Pages

Sunday, November 10, 2013

Sand Cruising (South Africa and Botswana 2013)

Na een lekkere lunch bij men ouders vertrekken we richting Zaventem. Hebben er beide ongelooflijk veel zin in, Africa is calling! Londen bereiken we met een uur vertraging, dat zijn we snel vergeten wanneer we door de immer vriendelijk hostessen van South African Airways welkom worden geheten aan boord van de vlucht naar Johannesburg. Naar goede gewoonte wat turbulentie ter hoogte van de evenaar maar dit haalt ons nauwelijks uit onze slaap, met dank aan de gin tonic.

In de luchthaven staat iemand van Bushlore (verhuurmaatschappij van uitgeruste jeeps waar we altijd
mee werken) ons op te wachten en brengt ons vlot naar het depot. Het overhandigen van onze 4x4 gaat vlot en al snel zijn we op weg. We hebben een lange rit gepland, tot Vryburg. Hier kamperen we ook. We wisten dat het ‘s nachts koud ging zijn maar zo koud, dat hadden we nu ook niet verwacht. Gelukkig gaat de temperatuur na het opkomen van de zon stevig omhoog tot ondraagbaar. Onze eerste bestemming is Augrabies National Park, genoemd naar de gelijknamige watervallen. Het water van de oranjerivier dondert hier 60 meter naar beneden en kronkelt dan 18km verder door de kloof.
De watervallen op zich zijn niet echt spectaculair vinden we vooral omdat ze eigenlijk niet goed te zien zijn. De kloof daarentegen is wel knap. We maken een wandeling (Dassie Trail: 8,5km) en deze is echt de moeite al moet je toch wat conditie hiervoor hebben want het is geen standaard pad waar je over wandelt. Veel over rotsen en riviertjes klauteren (Katrijn probeert hier een nieuwe techniek, achterstevoren, zonder succes wel hilarisch moment). De verzichten zijn ronduit spectaculair. Tegen het einde moeten we een brede rivier door dus schoenen uit en door het ijskoude water. We zien veel rotsklipdassen (dassies) onderweg, niet echt een verrassing …

Ons hoofddoel van deze reis is de Kalahari ontdekken dus na 2 dagen rijden we door naar Twee Rivieren, de toegangspoort van het Kgalagadi National Park in Zuid-Afrika. De weg ernaar toe is lang en saai! Op een Zuid-Afrikaans forum hebben we gelezen dat in een ‘dorp’ onderweg goed brandhout te vinden is. Dankzij de goede omschrijving vinden we de handelaar die toch wel een
beetje verschiet hoe wij daar geraakt zijn en hopelijk voor hem vinden nu meer toeristen de weg naar zijn brandhouthandel. In Twee Rivieren regelen we de grensformaliteiten met Botswana ook al blijven we nog wat dagen aan de Zuid-Afrikaanse kant, alles gaat zeer vlot. Onze eerste ochtend doen we een game drive en na 2 minuten hebben we al prijs, een Kalahari mannetjes leeuw die de duin op wandelt, zalig! We zien ook 2 cheeta’s die onder een boom liggen te luieren. Onze volgende bestemming is Mata-Mata, een kamp op de grens met Namibië. Niet echt de moeite, gelukkig hebben we maar voor 1 nacht geboekt. Deze reis hebben we alles vooraf geboekt, deze bestemming is razend populair en weinig overnachtingsplekken dus als je niet geboekt hebt, kom je er niet in. Nosseb Camp hebben we
zelfs een jaar vooraf geboekt en we hebben de laatste kampplaats. Hier zijn we een honey badger, redelijk uniek en een topmomentje! Het park is wel mooi, veel beesten maar het mist toch wel avontuur voor ons. We zijn dan ook blij dat we na 5 dagen kunnen doorsteken naar Botswana.

Vooraf hebben we de ergste zaken gelezen over de toestand van de weg. Het is een twee sporen track, duin op, duin af. Veel rijden hier vast in het uiterst mulle zand. Zonder één keer vast te komen zitten bereiken we Matopi. Een plek waar je mag kamperen. En een plek is echt het enigste dat er is. Dit is het leuke aan Botswana, kampeerplekken zonder voorzieningen (geen wc, geen douche maar wel super locaties). Deze kampplaats ligt in het midden tussen Zuid-Afrika en Botswana omdat de weg te lang is om het in één dag te overbruggen. We beginnen alles uit te zetten (tent, stoelen, tafel, luifel) en na een paar minuten zitten er rond onze jeep ongelooflijk veel wespen. Eerst 10 dan 50 en na een halfuur honderden wespen … dit is niet uit te houden en we
vluchten onze jeep in. Hier zitten we nu, na wat overleg besluiten we door te rijden, kunnen moeilijk heel de namiddag in onze jeep zitten bij 40 graden buiten. Met uitgeklapte tent en luifel is doorrijden ook geen optie. Met onze fleece trui aan (zweet zweet) klappen we de tent en luifel in en ruimen we alles op in een sneltempo in de hoop niet gestoken te worden, de wespen zitten overal, redelijk angstaanjagend. We moeten nog een lang stuk rijden en willen niet in het donker rijden dus zit er niks anders op dan de gas iets dieper in te drukken. Met wat (berekende) risico’s rijden we de race van ons leven. Tegen valavond zijn we aan de
Botswana kant van het Kgalagadi National Park. De eerste nacht kamperen we aan de Lesholoago Pan. Starten ons kampvuur op en genieten van de eindeloze rust en stilte. Bij het bekomen van ons avontuur van vandaag horen we in de struiken geluiden, het is een brown Hyena die komt aanwandelen. Hij komt op een paar meter van ons en begint daar een kuiltje te graven om even later zich hierin rond te rollen. Dit is de reden waarom we steeds naar Afrika willen, wat een uniek
moment, adrenaline! De dag erna slapen we lekker uit tot 8.30u (normaal staan we op rond 5.30u) en nemen een rustige start. De volgende nachten slapen we op de rand van de Mabuasehube Pan. Hier hebben we een super uitzicht op de pan voor de rest is er niets, wij en de natuur, genieten!

De volgende bestemming is Kang, een ‘stad’ (2 straten) aan de Kalahari Highway (een snelweg dwars door de Kalahari, stel je absoluut geen snelweg voor, een asfalt weg die kaarsrecht loopt, één baan op, één baan af waar je uren kan rijden zonder tegenligger). Onderweg naar Kang zien we cheeta’s aan de kant van de weg. Je denkt altijd dat de dieren enkel in de nationale parken zitten maar dit is absoluut niet zo, deze zaten op 2km van een dorpje. In Kang moeten we inkopen doen, diesel tanken en drink- en douchewater inslaan. Het valt zwaar tegen het aanbod maar na wat zoeken vinden we wat we willen of toch ongeveer. Na een nachtje slapen op een deftige camping (met douce en wc, yyiihhaa) rijden we door naar Khutse. Het zuidelijke deel van de Central Kalahari. We besluiten een binnenweg te nemen over
een zandpiste. Stevig stukje off-roaden. Khutse valt ons wat tegen, zeer droog, bijna geen beesten en snikheet. De pistes zijn als een pretparkattractie, je zit precies op zo van die bootjes die op en neer gaan in een ronde en dat voor uren aan een stuk. We zien beide af van de warmte en de droogte dus besluiten we vroegen dan we hadden voorzien door te rijden.

Onze laatste dagen spenderen we in Mokolodi, een klein game reserve vlakbij Gaborone, de hoofdstad van Botswana. Hier gaan we oa. een dagje mountainbiken. Onze fietsen zijn voorhistorisch en te klein, gelukkig nog dat ze net terug komen van een onderhoud. Mijn voorwiel staat kadul en Katrijn haar zadel staat los en valt er een paar keer af. Het is wel een leuke tocht van een kleine 40km. Onderweg zien we ongelooflijk veel dieren! Vooral een neushoorn op een paar meter is geweldig.


Terug in Johannesburg leveren we op de luchthaven onze jeep in en via Londen vliegen we terug naar België. We hebben deze reis wel afgezien, de droogte en warmte waren niet altijd aangenaam, de natuur, rust, stilte en avontuur daarentegen waren top! Volgend jaar gaan we terug Botswana dat staat vast maar dan vroeger op het jaar en met minder woestijn.


voor meer foto's klik hier